Handige functies

Telefoonprojectie gebruiken


Met telefoonprojectie kunt u uw Android-smartphone of iPhone koppelen aan uw systeem en hun functies via het systeem gebruiken. U kunt de smartphone-applicaties gebruiken en bedienen via het grotere scherm en beter gebruikmaken van uw systeem.
Let op
Het wordt aanbevolen om een goedgekeurde USB-kabel te gebruiken die is geleverd door de fabrikant van uw smartphone. Als u een niet-goedgekeurde USB-kabel gebruikt, kan dit leiden tot een projectiefout van de telefoon of een defect van het systeem.

Uw Android-smartphone aansluiten via Android Auto

U kunt uw Android-smartphone en -systeem aansluiten via Android Auto en uw smartphone-toepassingen bedienen op het systeemscherm.
  1. Voordat u Android Auto gaat gebruiken, moet u het volgende controleren:
  1. Ga naar de startpagina van Android (https://www.android.com/auto) en controleer de regio's, apparaattypen en modellen die Android Auto ondersteunen.
  2. Als het besturingssysteem van uw smartphone Android 9 of ouder is, downloadt en installeert u de Android Auto-app van Google Play. Als het besturingssysteem van uw smartphone Android 10 of hoger is, is Android Auto vooraf geïnstalleerd op uw smartphone en hoeft u de app niet te downloaden.
  1. Op het scherm Alle menu's drukt u op Instellingen > Verbinding mobiel > Telefoonprojectie-instellingen > Android Auto en selecteert u het selectievakje Android Auto inschakelen.
  1. Sluit uw smartphone aan op de USB-poort in uw voertuig via de kabel die bij uw smartphone is meegeleverd.
  1. Als u het apparaat voor het eerst aansluit voor telefoonprojectie, wordt op het systeemscherm een​pop-upvenster met meldingen weergegeven. Lees de berichten en druk op OK.
  2. Om Android Auto te beëindigen en de smartphone los te koppelen, verwijdert u de USB-kabel uit het systeem.
Let op
Koppel en ontkoppel een USB-aansluiting niet herhaaldelijk in korte tijd. Dit kan leiden tot een fout in het apparaat of een defect van het systeem.
  1. Als uw smartphone is vergrendeld, ontgrendelt u deze en gaat u akkoord met het gebruik van Android Auto.

Android Auto gebruiken

  1. Druk op het startscherm op Android Auto.
  1. Voer een van de volgende functies uit:
  1. Druk op een pictogram op het scherm om de telefoon-, muziek- of navigatiefuncties op uw smartphone te gebruiken.
Opmerking
Wanneer u de navigatie van uw smartphone via telefoonprojectie gebruikt, worden geluiden van zowel de radio-/mediafunctie van het systeem als de navigatie uitgevoerd via de luidsprekers van uw voertuig. Wanneer u aan de toets Volume draait terwijl beide geluiden worden uitgevoerd, wordt het navigatievolume eerst aangepast.
  1. Druk op de Spraakherkenningstoets op het stuur om Google-spraakherkenning te starten.
Opmerking
  • Druk op de toets Bellen/beantwoorden op het stuur om Bluetooth-spraakoproepfuncties te gebruiken.
  • Als telefoonprojectie is geactiveerd, kunt u de telefoonprojectie-instellingen niet wijzigen. Om de instellingen te wijzigen, verwijdert u de USB-kabel uit uw systeem.
  • Afhankelijk van het beleid van Google kunnen de pictogrammen op het hoofdscherm van Android Auto wijzigen.
  • Afhankelijk van het beleid van Google kunnen applicaties en functies die compatibel zijn met Android Auto worden gewijzigd. Ga naar de startpagina van Android om te controleren welke applicaties compatibel zijn (https://www.android.com/auto).
  • Om telefoonprojectie in een geoptimaliseerde omgeving te gebruiken, moet u het besturingssysteem van de smartphone bijwerken naar de nieuwste versie.
  • Afhankelijk van de versies van hardware, firmware en het besturingssysteem van het aangesloten apparaat, kan de herkenningstijd variëren.
  • Het gebruik van Android Auto kan leiden tot kosten voor mobiele communicatie.
  • Afhankelijk van de signaalstatus van het netwerk kunnen sommige functies niet goed werken.
  • Vermijd het bedienen van uw smartphone terwijl Android Auto in gebruik is.
  • Als u Android Auto gebruikt, zijn de volgende functies niet beschikbaar:
  • Bluetooth-audio
  • USB- en iPod-modus
  • Apple CarPlay
  • Zoeken met de toets Zoeken (TUNE FILE)

Uw iPhone aansluiten via Apple CarPlay

U kunt uw iPhone en systeem aansluiten via Apple CarPlay en uw iPhone-toepassingen bedienen op het systeemscherm.
  1. Voordat u Apple CarPlay gaat gebruiken, moet u het volgende controleren:
  1. Ga naar de startpagina van Apple (https://www.apple.com/ios/carplay) en controleer welke iPhone-modellen Apple CarPlay ondersteunen.
  2. Controleer of Apple CarPlay en Siri zijn geactiveerd op uw iPhone. Als uw iPhone deze functies niet heeft, werk dan het besturingssysteem van de iPhone bij met de nieuwste versie.
  1. Op het scherm Alle menu's drukt u op Instellingen > Verbinding mobiel > Telefoonprojectie-instellingen > Apple CarPlay en selecteert u het selectievakje Apple CarPlay inschakelen.
  1. Als u de indeling van het Apple CarPlay-scherm wilt aanpassen aan de locatie van het stuur, drukt u op .
  1. Sluit uw iPhone aan op de USB-poort in uw voertuig via de kabel die bij uw iPhone is meegeleverd.
  1. Als u het apparaat voor het eerst aansluit voor Apple CarPlay, wordt op het systeemscherm een​pop-upvenster met meldingen weergegeven. Lees de berichten en druk op OK.
  2. Om Apple CarPlay te beëindigen en de iPhone los te koppelen, verwijdert u de USB-kabel van het systeem.
Let op
Koppel en ontkoppel een USB-aansluiting niet herhaaldelijk in korte tijd. Dit kan leiden tot een fout in het apparaat of een defect van het systeem.
  1. Als uw iPhone is vergrendeld, ontgrendel deze dan en ga akkoord met het gebruik van Apple CarPlay.

Apple CarPlay gebruiken

  1. Druk op het startscherm op Apple CarPlay.
  1. Voer een van de volgende functies uit:
  1. Druk op een pictogram op het scherm om de telefoon-, berichten-, muziek- of navigatiefuncties op uw iPhone te starten.
Opmerking
Wanneer u de navigatie van uw iPhone via Apple CarPlay gebruikt, worden geluiden van zowel de radio-/mediafunctie van het systeem als de navigatie uitgevoerd via de luidsprekers van uw voertuig. Wanneer u aan de toets Volume draait terwijl beide geluiden worden uitgevoerd, wordt het navigatievolume eerst aangepast.
  1. Druk op de Spraakherkenningstoets op het stuur om Siri te starten.
Opmerking
  • Druk op de toets Bellen/beantwoorden op het stuur om een inkomende oproep te beantwoorden.
  • Als Apple CarPlay is geactiveerd, kunt u de Apple CarPlay-instellingen niet wijzigen. Om de instellingen te wijzigen, verwijdert u de USB-kabel uit uw systeem.
  • Ga naar de startpagina van Apple om te controleren welke apps compatibel zijn (https://www.apple.com/ios/carplay).
  • Om Apple CarPlay in een geoptimaliseerde omgeving te gebruiken, moet u het besturingssysteem van de iPhone bijwerken naar de nieuwste versie.
  • Afhankelijk van de versies van hardware, firmware en het besturingssysteem van het aangesloten apparaat, kan de herkenningstijd variëren.
  • Voor het gebruik van Apple CarPlay kunnen mobiele communicatiekosten in rekening worden gebracht.
  • Afhankelijk van de signaalstatus van het netwerk kunnen sommige functies niet goed werken.
  • Probeer uw iPhone niet te gebruiken als Apple CarPlay in gebruik is.
  • Als u Apple CarPlay gebruikt, zijn de volgende functies niet beschikbaar:
  • USB- en iPod-modus
  • Android Auto
  • Zoeken met de toets Zoeken (TUNE FILE)
  • Als Apple CarPlay is geactiveerd, worden de functies van de systeemtelefoon geleverd via Apple CarPlay.