Gids voor probleemoplossing

Er verschijnt een leeg scherm en het geluid is niet hoorbaar.

Het systeem is uitgeschakeld.

• •  Controleer of de startschakelaar in "ACC" of "ON" staat.
• •  Druk op de aan/uit-knop op het bedieningspaneel om het systeem in te schakelen.

Het volume van het geluid is te laag.

Draai aan de volumeknop op het bedieningspaneel om het volume aan te passen.

Geluid is uit.

Druk op de volumeknop op het stuur om het geluid in te schakelen.

Het geluid is slechts in de luidsprekers aan één kant hoorbaar.

Het geluid is niet in balans.

Ga op het startscherm naar Instellingen ▶ Audio en pas de geluidsbalans in het instellingenmenu aan.

Het geluid wordt afgebroken of er is ruis hoorbaar.

Er treden trillingen op in het systeem.

Als het systeem trilt, kan het geluid worden onderbroken of kan er ruis optreden. Dit is geen systeemstoring. Het systeem wordt hersteld zodra de trillingen stoppen.

De beeldkwaliteit is slecht.

Het scherm moet aangepast worden.

Ga op het startscherm naar Instellingen ▶ Scherm en pas de scherminstellingen in het instellingenmenu aan.

Er treden trillingen op in het systeem.

De beelden kunnen vervormd raken wanneer er in het systeem trillingen optreden. Dit is geen systeemstoring. Het systeem wordt hersteld zodra de trillingen stoppen.

Het scherm is verouderd of de systeemprestaties zijn verslechterd.

Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met het servicecenter of de onderhoudsafdeling.

Kleine rode, blauwe en groene stippen worden op het scherm weergegeven.

LCD heeft zeer hoge pixeldichtheid. Hierdoor kunnen er dode pixels (die altijd uit zijn) of verlichte pixels (die altijd aan zijn) zijn binnen 0,01 procent van het totale aantal pixels.

Bestanden op een USB-apparaat kunnen niet worden afgespeeld.

Er zijn geen compatibele bestanden om af te spelen.

Kopieer de bestanden die door het systeem kunnen worden afgespeeld naar het USB-apparaat en verbind het apparaat opnieuw. ▶ Zie "USB-modus."

De verbinding is slecht.

Verwijder het USB-apparaat uit de USB-poort en verbind het vervolgens opnieuw goed.

Het USB-apparaat is vuil.

Verwijder vreemde materialen van het oppervlak waarmee het USB-apparaat met de USB-poort contact maakt.

Er wordt een USB-hub of verlengkabel gebruikt.

Verbind het USB-apparaat rechtstreeks met de USB-poort van het voertuig.

Het USB-apparaat is niet standaard.

Gebruik een USB-apparaat dat met het systeem compatibel is. ▶ Zie "USB-modus."

Het USB-apparaat is beschadigd.

Formatteer met uw computer het USB-apparaat en verbind het apparaat vervolgens opnieuw. Formatteer het apparaat in FAT16/32-indeling.

Het systeem wordt niet door een Bluetooth-apparaat gedetecteerd.

Registratiemodus moet worden uitgevoerd.

Ga op het startscherm naar Instellingen ▶ Telefoon-verbindingen, voer de apparaatregistratiemodus uit en voer vervolgens nogmaals de zoekopdracht op het apparaat uit. ▶ Zie "Een Bluetooth-apparaat verbinden."

Het Bluetooth-apparaat is niet verbonden.

De Bluetooth-functie moet worden geactiveerd.

Activeer de Bluetooth-functie op het Bluetooth-apparaat om verbinding te maken.

Er is een fout opgetreden tijdens het gebruik van de Bluetooth-functie.

• •  Schakel de Bluetooth-functie op het Bluetooth-apparaat uit en weer in en verbind het apparaat vervolgens opnieuw.
• •  Schakel het Bluetooth-apparaat uit en weer in en verbind het apparaat vervolgens opnieuw.
• •  Verwijder de batterij van het Bluetooth-apparaat en plaats deze terug. Schakel het apparaat in en verbind het apparaat opnieuw.
• •  Verwijder het systeem en het Bluetooth-apparaat respectievelijk uit de registratielijsten en verbind het apparaat vervolgens opnieuw.

De functie telefoonprojectie wordt niet uitgevoerd wanneer een smartphone met een USB-kabel is verbonden.

Telefoonprojectie wordt niet ondersteund.

Ga naar de website om na te gaan of uw smartphone de telefoonprojectie ondersteunt.

• •  Android Auto: https://support.google.com/androidauto
• •  Apple CarPlay: https://www.apple.com/ios/carplay

De functie is niet actief.

• •  Ga op het startscherm naar Instellingen ▶ Telefoon-verbindingen en activeer de verbindingsfunctie in het instellingenmenu voor telefoonprojectie.
• •  Zorg ervoor dat de telefoonprojectie in de app-instellingen niet is uitgeschakeld en/of geen instellingen op uw smartphone heeft geblokkeerd.

Smartphone werkt slecht of er treedt een storing op.

• •  Controleer of het batterijniveau van de smartphone niet te laag is. Herkenning werkt mogelijk niet goed, als het batterijniveau te laag is.
• •  De telefoonprojectie werkt mogelijk niet goed, als de signaalsterkte zwak is.
• •  Ontgrendel eerst de smartphone, als deze vergrendeld is.
• •  Initialiseer de smartphone en verbind het apparaat opnieuw.

Er verschijnt een zwart scherm, als de telefoonprojectie geactiveerd of in gebruik is.

De smartphone werkt niet.

• •  Verwijder de USB-kabel van de smartphone en verbind het apparaat opnieuw.
• •  Initialiseer de smartphone en verbind het apparaat opnieuw.

Er kan nog steeds geen draadloze telefoonprojectie-verbinding worden gemaakt.

Een probleem met het systeem of de smartphone

• •  Ga op het startscherm naar Instellingen ▶ Telefoon-verbindingen en verwijder in het menu Telefoonprojectie alle verbonden apparaten.
• •  Verwijder vanaf de Android-smartphone of iPhone alle verbonden apparaten en maak vervolgens opnieuw verbinding. ▶  Zie "Een verbindingsfout in telefoonprojectie oplossen."

De vorige mediamodus verschijnt niet, als het systeem wordt uit- en ingeschakeld.

Dit komt voor bij een slechte mediaverbinding of afspeelfout.

Als de mediabron niet normaal verbonden is of niet normaal wordt afgespeeld, verschijnt de vorige modus. Verbind de mediabron opnieuw of speel deze opnieuw af.

Het systeem vertraagt of werkt helemaal niet.

Er treedt een interne fout in het systeem op.

• •  Start het systeem opnieuw op door met een scherp voorwerp zoals een pen of clip op de resetknop te drukken.
• •  Werk de systeemsoftware naar de laatste versie bij. ▶ Zie Website voor het bijwerken van de navigatie, "OTA-update (indien hiermee uitgerust)."
• •  Als het symptoom zich blijft voordoen, neem dan contact op met het servicecenter of de onderhoudsafdeling.

Het systeem kan niet worden ingeschakeld.

Probleem met zekering

• •  Ga naar een autoservicewinkel en laat een nieuwe zekering van voldoende capaciteit plaatsen.
• •  Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met het servicecenter of de onderhoudsafdeling.

Er kunnen geen bestemmingen worden opgezocht.

Achterhaalde kaartgegevens.

Werk de kaart naar de laatste versie bij. ▶ Zie Website voor het bijwerken van de navigatie, "OTA-update (indien hiermee uitgerust)."

De routeaanwijzing van het navigatiesysteem stemt niet overeen met de feitelijke wegomstandigheden.

Achterhaalde kaartgegevens.

Werk de kaart naar de laatste versie bij. ▶ Zie Website voor het bijwerken van de navigatie, "OTA-update (indien hiermee uitgerust)."

Er zijn wijzigingen aan de weg na de update van een kaart.

Zelfs na een update kan de routeaanwijzing van het navigatiesysteem niet correct zijn als de wegomstandigheden en/of verkeersborden zijn gewijzigd. Rijd volgens de feitelijke wegomstandigheden en verkeersregels.

De aanwijzing wordt gemaakt door de route te omzeilen of de waarschuwingen voor flitsers worden niet gevolgd.

De update voor het systeem en de kaartgegevens is vereist.

Werk het systeem en de kaart naar de laatste versie bij. ▶ Zie Website voor het bijwerken van de navigatie, "OTA-update (indien hiermee uitgerust)."

Realtime verkeersinformatie wordt niet ontvangen.

Zwakke signaalontvangst.

• •  De ontvangstkwaliteit van de verkeersinformatie kan slecht zijn in het gebergte en op eilanden. Controleer de ontvangststatus opnieuw in een regio met sterke signalen.
• •  Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met het servicecenter of de onderhoudsafdeling.