De airconditioning gebruiken (indien aanwezig)
U kunt de klimaatinstellingen van het voertuig bekijken of instellen in het systeemscherm.
- Afhankelijk van het voertuigmodel of de specificaties kunnen de schermlay-out en de beschikbare opties verschillen.
Klimaatscherm
- Stel hier de ventilatorsnelheid in.
- Schakel de stuurverwarming in of uit (indien aanwezig).
- Stel de stoeltemperatuur in.
- Schakel de stoelverwarmer of ventilatie in of uit (indien aanwezig).
- Beschikbare instellingen kunnen verschillen, afhankelijk van het voertuigmodel en specificaties.
- Schakel de AUTO-modus in.
- Schakel de airconditioningfunctie uit.
- Schakel de airconditioningfunctie voor de bestuurdersstoel in of uit (indien aanwezig).
- De luchtrichting aanpassen.
- Schakel de airconditioningfunctie in of uit.
- Schakel de functie die de temperatuur van de bestuurders- en passagiersstoel synchroniseert in of uit.