Instellingen

De instellingen van het elektrische voertuig configureren (indien hiermee uitgerust)

U kunt handige functies instellen die beschikbaar zijn voor elektrische voertuigen.

  • Beschikbare instellingen kunnen verschillen, afhankelijk van het voertuigmodel en specificaties.
  1. 1

    Druk op het startscherm op Instellingen EV.

    Het instellingenscherm van het elektrische voertuig verschijnt.

  2. 2

    Configureer de instellingen zoals gewenst.
  • Druk op het scherm op of druk op de [SEARCH]-knop op het bedieningspaneel, voer een zoekterm in en selecteer vervolgens het uit te voeren item.

De accutemperatuur wordt geoptimaliseerd voor snel opladen. Deze functie wordt ingeschakeld wanneer u een laadstation met snellader instelt als tussenpunt of als bestemming. U kunt de functie ook handmatig inschakelen. Bij activering wordt het rijbereik mogelijk beperkt.

In de kampeermodus wordt de hoogspanningsbatterij gebruikt om elektrische apparaten van stroom te voorzien terwijl het voertuig uitstaat. Zo kunnen bijvoorbeeld infotainmentsysteem en cabineverlichting gebruikt worden.

Optie A

  • Druk op START om kampeermodus te verlaten.

    Optie B

  • Druk op START om kampeermodus te verlaten of start het voertuig door op de knop START te drukken en het rempedaal in te trappen.
  • Het scherm kan verschillen, afhankelijk van het voertuigmodel en specificaties.

Automatisch aanpassen van de afremintensiteit, wanneer recuperatie is ingesteld op [Auto]. Deze aanpassingen worden doorgevoerd tijdens het zeilen aan de hand van de rijsnelheid, afstand tot het vooruitrijdende voertuig en de helling van de weg.

Gesproken informatie over de laadstatus als het voertuig begint te laden.

  • Druk op Uit om de Akoestische laadinfo uit te schakelen.

Als Plug & Charge is geactiveerd, wordt de autorisering automatisch doorgevoerd door uw voertuig aan te sluiten aan een Plug & Charge-laadstation. Om Plug & Charge te kunnen gebruiken, moet de functie eerst bij een door de fabrikant aanbevolen e-mobility-dienstverlener worden geactiveerd.

Alleen met het gaspedaal versnellen, vertragen en stoppen. Gebruik het rempedaal indien nodig.

De minimale batterijlading voor de route.