De scherminstellingen configureren

Wijzig de systeemscherminstellingen zoals schermhelderheid en videobeeldverhouding.

Beschikbare instellingen kunnen verschillen, afhankelijk van het voertuigmodel en specificaties.

1
Druk op het startscherm op Instellingen ▶ Scherm.
Het scherm met scherminstellingen verschijnt.
2
Configureer de instellingen zoals gewenst.

Druk op het scherm op of druk op de [SEARCH]-knop op het bedieningspaneel, voer een zoekterm in en selecteer vervolgens het uit te voeren item.

Helderheid

De helderheid van het scherm kan automatisch of handmatig worden aangepast.

Type1

Type2

Automatische aanpassing van schermhelderheid aan de helderheid buiten

Automatische aanpassing van schermhelderheid aan de helderheid buiten

Druk op Standaard om alle schermhelderheidsinstellingen naar de standaardwaarden te resetten.

Kenmerken van de camera

Kenmerken van de camera

• Uitgebreide achteruitrijcam: de achteruitrijcamera wordt ook weergegeven na het schakelen van R naar N of D en schakelt vanaf een bepaalde snelheid uit. (Alleen voor voertuigen die met een achteruitrijcamera zijn uitgerust)
• Waarschuwing parkeersensor: waarschuwingen over parkeerafstand worden weergegeven in de bovenaanzicht cameradisplay. (Alleen voor voertuigen die met een omgevingsmonitor zijn uitgerust)
• Hulplijnen bovenaanzicht: parkeerhulplijnen worden weergegeven op de bovenaanzicht van cameradisplay. (Alleen voor voertuigen die met een omgevingsmonitor zijn uitgerust)
• Hulplijnen achteruitzicht: hulplijnen voor parkeren worden weergegeven op het achteruitrijscherm.

Pas de helderheid en het contrast van het weergavescherm aan.

Instellingen blauwlichtfilter (warm/koud/duur).

Instellingen blauwlichtfilter (warm/koud/duur)

• Automatisch: het blauwlichtfilter schakelt automatisch in als de helderheid van de omgeving verandert
• Door de gebruiker ingestelde tijd: het blauwlichtfilter schakelt automatisch in volgens de tijdinstellingen van de gebruiker

De kleuren van het videoscherm aanpassen