Profiel (Indien uitgerust)
Dit menu wordt gebruikt om een van de drie profielen op het systeem te selecteren en om elk profiel in te stellen.
Druk op [SETUP] > [Profiel] of druk op [] op het [Startscherm]-scherm.
|
1 Profielnaam
Geeft de profielnaam weer die toegepast wordt op het systeem. Druk op de profielnaam zelf om de instellingen voor het profiel te wijzigen of opnieuw in te stellen.
- [Naam]: U kunt de profielnaam die zal worden toegepast op het systeem, wijzigen.
- [Profielafbeelding]: U kunt de profielafbeelding die zal worden toegepast op het systeem selecteren uit drie afbeeldingen.
- [Bluetooth-apparaten koppelen]: U kunt het Bluetooth-toestel selecteren dat automatisch verbonden zal worden met een profielnaam, nadat het Bluetooth-toestel gepaard is met het systeem.
- [Link digitale sleutel (smartphone)] (Indien uitgerust): Wanneer u voor de eerste keer de smartphone koppelt met de profielnaam op het systeem en hem later op de NFC-pad van uw voertuig zet, zal u zich moeten aanmelden op het systeem met de profielnaam die gekoppeld is met de smartphone.
- [Reset gebruikersaccount]: U kunt het profiel waarop u momenteel aangemeld bent, opnieuw instellen door op [Reset gebruikersaccount] > [Ja] te drukken. Het opstartproces zal starten en de veiligheidswaarschuwingspagina wordt weergegeven.
- Druk op [Bevestigen] > [Start] om de taal, het type toetsenbord, de profielnaam en de kaartweergave die zullen worden toegepast op het systeem, opnieuw in te stellen.
- Druk op [Bevestigen] > [Overslaan] > [Ja] om de instelling van het profiel over te slaan.
2 Gebruiker wijzigen
Wijzigingen aan een ander profiel. Als u verandert naar een ander profiel, zal het opstartproces starten en zal de veiligheidswaarschuwing worden weergegeven.
3 Profielafbeelding
Geeft de profielafbeelding weer die wordt toegepast op het systeem.