Audio

Dit menu wordt gebruikt om de geluidseffecten van het gehele systeem aan te passen. (Dit kan variëren afhankelijk van het type voertuig.)

Druk op [SETUP] > [Audio].

Selecteer de gewenste items.

[Audio-instelling]: Stelt de audiotune in door [Treble], [Mid], [Bas], [Fader], of [Balans] aan te passen. Druk op [-], [+], [F], [R], [L] of [R], of sleep de schijfbalk om elk item te besturen. Druk op [Centreren] om de instellingen te initialiseren.
[Rijbegeleiding]: Stelt de audio van de navigatiegids in.
[Prioriteit waarschuwing bij achteruit]: Verlaging van het geluidsvolume als de hendel omgekeerd is ingesteld.
[Navigatie-volume]: Stelt de manier in om het navigatievolume aan te passen. U kunt [Volumetoetsen op kaartscherm] of [Schermtoetsen of draaiknop] selecteren.
[Navigatie tijdens telefoongesprekken]: Stelt het afspelen van aanwijzingen voor routebegeleiding in tijdens een telefoongesprek.
[Prioriteit navigatie]: Verlaagd alle andere audiovolumes tijdens het afspelen van routeaanwijzingen.
[Gedempte navigatiebegeleiding]: Stelt de gids in om gedurende 10 seconden te worden gedempt door op de knop Dempen op het stuur te drukken terwijl navigatie-aanwijzingen worden afgespeeld.
[Systeemvolumes]: Stelt de systeemvolumes in.
[Volume van subsysteem] : Past de systeemvolumes aan door te drukken op [-] of [+], of de schuifbalk te slepen. Druk op [Reset] om de instellingen te initialiseren.
[Volume van verbonden apparaten] : Past systeemvolumes aan van [Android Auto] en [Apple CarPlay] door te drukken op [-] of [+], of de schuifbalk te slepen. Druk op [Reset] om de instellingen te initialiseren.
[Snelheidsafh. volumeregeling]: Stelt het audiovolume in zodat dit automatisch wordt aangepast aan de snelheid van het voertuig. U kunt [Uit], [Laag], [Medium] of [Hoog] selecteren.
[Volumebeperking bij het starten]: Verlaagt automatisch de audiovolumes als het systeem gestart wordt.
[Ruis-onderdrukking]: Selecteert de geluidsonderdrukking optie.
[Geen ruisonderdrukking]: Biedt onveranderd geluid zonder achtergrondgeluid te verlagen.
[Lichte ruisonderdrukking]: Biedt een geluid met verlaagd achtergrondgeluid, maar lijkt nog steeds op het originele geluid.
[Sterke ruisonderdrukking]: Biedt een geluid met maximale onderdrukking van achtergrondgeluid dat van invloed kan zijn op het originele geluid.
[Reset]: Reset de geluidsinstellingen naar de fabrieksinstellingen.
[Positie]: Met dit menu kunt u de geluidspositie instellen. U kunt bijvoorbeeld het geluid dichtbij de bestuurdersstoel instellen zodat het volume relatief lager klinkt bij de bijrijdersstoel of achterin.
Druk op [w/s/a/d] om de geluidspositie te regelen.
Sleep de punt en zet hem neer op een gewenste plaats om de geluidspositie aan te passen.
Druk op [j] om het geluid te concentreren in het midden van het voertuig.
[Volume-levels]: Met dit menu kunt u het volumeniveau instellen voor [Systeemgeluid], [Telefoonprojectie].
Druk op [-]/[+] om de volume-instellingen te bedienen.
Versleep de schuifbalk om de volume-instellingen te bedienen.
[Geavanceerd]: U kunt de snelheidsafhankelijke volumeregeling instellen op [Hoog], [Medium], [Laag] en [Uit] zodat het volume wordt geregeld op basis van de snelheid van het voertuig.
[Equalizer]: Met dit menu kunt u de lage tonen [BAS]/ Middentonen [MID]/ Hoge tonen [TRE] instellen.
Druk op [-]/[+] om de instellingen van lage/midden/hoge tonen te regelen.
Sleep de schuifbalk om de instellingen van lage/midden/hoge tonen te regelen.
Druk op [Centreren] om de instellingen te initialiseren.
[Volume-ratio]:
[Prioriteit navigatie]: Dit menu wordt gebruikt om de volumeverhouding tussen de audio en de navigatiebegeleiding te regelen. Als het rechthoekige veld van [Prioriteit navigatie] is aangevinkt, is het navigatiebegeleidingsvolume harder dan het audiovolume.
[Nabijheidswaarschuwing]: Verlaging van het geluidsvolume als de hendel omgekeerd is ingesteld.
[Navigatie tijdens telefoongesprekken]: Het afspelen van routebegeleiding treedt op tijdens telefoongesprekken.
[Volumebeperking bij het starten]: Beperkt de volumeverhouding automatisch wanneer het systeem wordt gestart. Wanneer u het systeem aanzet, wordt het volume niet veranderd als het vorige volume gemiddeld was (1~20). Wanneer u het systeem aanzet, wordt het volume verlaagd tot 20 als het vorige volume te hoog was (meer dan 20).
[Navigatie-volume]:
[Gedempte navigatiebegeleiding (Indien uitgerust)]: Terwijl de navigatieprompts spelen, zal het drukken op de dempknop van het stuur de begeleiding dempen gedurende 10 seconden.
[Volumetoetsen op kaartscherm]: Navigatievolume wordt aangepast met de volumeknoppen op het kaartscherm.
[Schermtoetsen of draaiknop]: Het navigatievolume wordt aangepast met de volumeknoppen op het kaartscherm of door de volumeknop tijdens aanwijzingen te draaien.