Voertuig

Dit menu beschrijft de voertuiginstellingen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Rijmodus (Indien uitgerust)

U kunt de instellingen voor de rijmodus wijzigen. Voor sommige voertuigen wordt dit weergegeven als de [Rij-/terrein-modus].Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Rijmodus].

Selecteer de gewenste items.

[MIJN RIJMODUS]: Stelt in op de aangepaste rijmodus, op basis van de selecties van de gebruiker voor elk van de systemen, die de rijervaring beïnvloeden.
[Motor/Transmissie]: U kunt een powertrain-modus selecteren uit [ECO], [COMFORT], [SPORT], [SPORT+], [SMART] of [SNEEUW].
[Sturing]: U kunt een stuurmodus selecteren uit [COMFORT], [SPORT], [COMFORT+] of [SPORT+].
[Wielophanging]: U kunt een suspensiemodus selecteren uit [COMFORT], [SPORT], [SPORT+], [SMART] of [COMFORT+].
[VIERWIELAANDRIJVING]: U kunt een vierwielrijmodus selecteren uit [ECO], [COMFORT], [SPORT] of [SMART].
[ESC]: U kunt de modus voor elektronische stabiliteitscontrole selecteren om de controle over het voertuig in moeilijke omstandigheden te verbeteren.
[CUSTOM]: Configureert de rijmodus op basis van de selecties van de gebruiker.
[MIJN RIJMODUS]: Stelt in op de aangepaste rijmodus, op basis van de selecties van de gebruiker voor elk van de systemen, die de rijervaring beïnvloeden.
[SMART]: Past de rijmodus automatisch aan.
[SNOW]: Stelt in op de rijmodus die optimaal is voor besneeuwde of gladde wegen.
[RETRO]: Stelt in op de rijmodus die optimaal is voor het nabootsen van een klassieke interne verbrandingsmotor.
[Babyverzorging]: Stelt in op de rijmodus die optimaal is voor kinderen.
[Waarschuw. bij wijziging]: Elke keer dat de rijmodus veranderd wordt, zal de overeenstemmende informatie worden weergegeven.
[Gedetailleerde waarschuwing]: Een wijziging van de rijmodus wordt weergegeven door een afbeelding van het voertuig en een gedetailleerde beschrijving.
[Eenvoudige waarschuwing]: Een wijziging van de rijmodus wordt aangegeven door een kort bericht bovenaan het scherm.
[Geen waarschuwing]: Een wijziging van de rijmodus is niet aangegeven.
[Remmodus]: U kunt de responsstijl van de remmen selecteren.
[Extra zijdel. stoelonderst.]: Verhoogt de laterale stoelondersteuning in de SPORT-modus.
[Airconditioning eco-modus]: Verhoogt het rijbereik door de koelings- en verwarmingskracht van de airconditioning te verlagen.
[Zeilmodus]: Door eco-uitrijden wordt er brandstof bespaard door automatisch over te gaan naar N tijdens het uitrijden. Er zal [Zeilmodus] worden weergegeven wanneer het eco-uitrijden geactiveerd is.

Eco-voertuig (Indien uitgerust)

U kunt de instellingen voor eco-voertuig wijzigen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Eco-voertuig].

Selecteer de gewenste items.

[Zeilfunctie]: De afrembegeleiding helpt de bestuurder om brandstof te besparen door aan te bevelen wanneer hij zijn voet van het gaspedaal moet halen. u kunt [Geluid aan] of [Geluid uit] selecteren.
[Zeilfunctie starten]: Geeft aan wanneer u moet beginnen afremmen (het gaspedaal loslaten) om brandstof te besparen. u kunt [Laat], [Normaal] of [Vroege waarschuwing] selecteren.
[Intelligente recuperatie]: Past automatisch het recuperatieniveau aan afhankelijk van de huidige rijsituatie.
[Recuperatie volgens navi.]: Regelt de versnelling van het voertuig automatisch, op basis van de wegbostakels om de navigatieroute.
[Vergrendelingsmodus oplaadstekker]: selecteert de vergrendelmodus voor een aangesloten oplaadkabel. U kunt [Tijdens opladen], [Altijd] of [Niet vergrendelen] selecteren.
[Waarneembare laadinfo]: Hoorbare informatie over de laadstatus wordt aangeboden als het voertuig begint te laden.
[Hulpaccu laadfunctie +]: De hoogspanningsbatterij wordt gebruikt om de batterij van 12 V opgeladen te houden.
[Rijmodus groene zone]:Maximaliseert EV-rijden om het milieu te beschermen.
[Aanhangermodus]: Behoudt de rijprestaties en schat de afstand tot leeg (DTE) bij het rijden met een aanhangwagen.

Active sound design (Indien uitgerust)

U kunt de modus motorgeluid instellen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Active sound design].

Selecteer de gewenste items. U kunt de modus motorgeluid instellen op [Versterkt], [Normaal], [Zacht], of [Uit].

[Actieve Geluidsregeling]: Verlaagt het weg- en motorgeluid tijdens het rijden.
[Geavanceerde instellingen]: Selecteert geavanceerde opties of past gedetailleerde instellingen aan.

Virtueel motorgeluidssysteem (Indien uitgerust)

U kunt het virtueel systeem motorgeluid (VESS) instellen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Virtueel motorgeluidssysteem].

Selecteer het gewenste niveau.

Head-up display (Indien uitgerust)

U kunt de instellingen voor het head-updisplay wijzigen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Head-up display].

Selecteer de gewenste items.

[Head-up display aan]: De head-upinformatie wordt op de voorruit weergegeven.
[Weergavemodus]: U kunt de gegevens die op de voorruit worden weergegeven, instellen.
[Scherminstellingen]: U kunt de [Displayhoogte], [Rotatie] en [Helderheid] aanpassen.
[Sync. met stoelpositie (IMS)]: Slaat automatisch de hoogte en richting van het head-up display dat door de bestuurder ingesteld werd op in het geïntegreerde geheugensysteem.
[AR-kalibratie]: Past de instellingen zo aan dat de positie van het voertuig op de weg overeenkomt met de informatie op het head-updisplay.
[Inhoudselectie]: U kunt de inhoud van de head-up display instellen.
[Snelheidsmeterscherm]: U kunt de opties voor de weergave van de snelheidsmeter instellen.
[Cijfergrootte]: Stelt de grootte van de cijfers in.
[Snelheidsmeterkleur]: Stelt de kleur van de cijfers in.

Cluster (Indien uitgerust)

U kunt de clusterinstellingen wijzigen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Cluster].

Selecteer de gewenste items.

[Helderheid]: Stelt de helderheid voor het cluster in.
[Kies thema]: Selecteert het thema van het cluster. U kunt [Thema A], [Thema B], [Thema C] of [Thema D] selecteren of de instelling koppelen aan [DRIVE MODE] door [Koppelen met rijmodus] aan te vinken.
[Toerentellerdisplay]: Stelt in om de tachometer weer te geven in de rijmodus.
[3D-cluster]: Stelt de 3D-effecten voor de cluster in.
[Service-interval]: Er wordt een waarschuwing weergegeven, wanneer het tijd is voor een gespecificeerde service.
[Service-interval aan]: Activeer of deactiveer de informatie over het service-interval.
[Afstand]: Stelt de afstand van het service-interval in op km.
[Periode]: Stelt het service-interval in op dag(en).
[Reset]: Initialiseert het service-interval.
[Reset verbruik]: Stelt de voorwaarde in om het energieverbruik automatisch te resetten. U kunt [Na het starten], [Na het tanken] of [Uit] selecteren.
[Reset gemiddeld verbruik]: Stelt de status voor gemiddeld brandstofverbruik in. U kunt [Bij starten van voertuig], [Na het tanken], [Handmatig] instellen.
[Inhoudselectie]: Stelt de content in die weergegeven moet worden op het cluster.
[Pop-up versnelling]: Doet een pop-up verschijnen wanneer de versnelling veranderd wordt.
[Ruitenwisser/licht display]: Geeft de ruitenwisser-/lichtmodus weer wanneer de ruitenwisser- of lichtenhendel bediend wordt.
[Verkeersborden]: Geeft verkeersborden, zoals snelheidslimieten, weer.
[Weergave dode hoek]: Biedt zicht op de dode hoek.
[Waarschuwing glad weer]: Er wordt een waarschuwing gegeven, wanneer de buitentemperatuur onder 4 ℃ is en er ijsvorming is op de weg.
[Welkomstgeluid]: Er klinkt een verwelkomingsgeluidje, wanneer de cluster in- of uitgeschakeld wordt.

Airco (Indien uitgerust)

U kunt de instellingen voor de klimaatregeling wijzigen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Airco].

Selecteer de gewenste items.

[Interne luchtcirculatie]: Blokkeert de stroom van buitenlucht binnen het voertuig.
[Activeren bij gebruik van ruitensproeier]: Automatisch voorkomen de sproeiervloeistof scent van het betreden van de cabine.
[Activeren bij verhoogde stofbelasting van de buitenlucht]: Activeert automatisch de luchtrecirculatie op basis van de ontvangen informatie over stof buiten.
[Tunnel]: De buitenlucht wordt geblokkeerd voor een aangenaam binnenklimaat.
[Activeren bij het binnenrijden van een ondergrondse parkeergarage]: Activeert automatisch de luchtrecirculatie bij het binnenrijden van een ondergrondse parking.
[Automatische ventilatie]: Schakelt het ventilatiesysteem automatisch in de modus Frisse Lucht na uitgebreid gebruik van gerecirculeerde lucht.
[Automatisch ontwasemen]: Schakelt automatisch naar ventilatie van frisse lucht om de vochtigheid te verlagen na een uitgebreid gebruik van luchtrecirculatie.
[Intelligente ventilatie]: Als het systeem voor klimaatregeling uit is, wordt er automatisch ventilatie van frisse lucht geactiveerd om de luchtkwaliteit in het voertuig optimaal te houden.
[CO2-reductie]: Schakelt automatisch naar ventilatie van frisse lucht om de niveaus van koolstofdioxide in het voertuig te verlagen.
[Opties Ontwasemen/ Ontdooien]: Richt lucht naar de voorruit om het vocht op het glas van de voorruit te verwijderen.
[Ontwasemen/Ontdooien]: Stelt de DEF-knop in zodat de ventilatorsnelheid verhoogd wordt, schakelt naar Frisse Lucht, activeert A/C, en richt lucht naar de voorruit om deze vrij te maken.
[Automatisch ontwasemen]: Activeert automatisch verschillende ontwasemingsfuncties op basis van de hoeveelheid vocht in het voertuig.
[Instellingen airconditioning]: Stelt de functie in op klimaatregeling.
[Indirecte ventilatie]: Stelt de driedimensionale verspreiding van luchtstroom in voor het koelen van de binnenruimte.
[Airco achter vergrendelen]: De instellingen voor klimaatregeling achterin zijn vergrendeld wanneer ze zijn aangevinkt.
[Airco achterin]: Gaat naar het instellingenscherm voor klimaatregeling achterin.
[Verwarming/ventilatie]: De verwarming van het stuur en de stoelverwarmer en de ventilatie worden automatisch geactiveerd voor het comfort van de bestuurder.
[Autom. functies die airco-instellingen gebruiken]: De stoelverwarming, ventilatie en stuurverwarming worden automatisch geactiveerd voor het comfort van de bestuurder. Vink de items aan die u wilt instellen.
[Autom. verwarmingsregeling]: Deselecteerde verwarmingstemperatuur van het stuur of de stoel wordt automatisch aangepast. Vink de items aan die u wilt instellen.

Stoel (Indien uitgerust)

U kunt de stoelinstellingen wijzigen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Stoel].

Selecteer de gewenste items.

[Stoelverstellingsinfo]: Geeft de informatie over de wijziging van de stoelpositie weer.
[Rugleuning 2e rij]: Past de rugleuning van de 2e zetel aan.
[Bediening linkerstoel 2e rij]: Verstelt de linker zitplaats van de 2de rij.
[Bediening rechterstoel 2e rij]: Verstelt de rechter zitplaats van de 2de rij.
[Omklappen rugleuning 3e rij]: Klapt de zitplaatsen van de 3de rij afzonderlijk in- of uit.
[Slimme stoelverstelling]: Suggereert rijhoudingen op basis van het lichaamstype en geeft de resultaten van de klinische testen van de rug weer.
[Bestuurderinfo invoeren]: U kunt de afmetingen van het lichaam van de bestuurder hier invoeren.
[Verwarming/ventilatie]: De verwarming van het stuur, de stoelverwarmer en de ventilatie worden automatisch geactiveerd voor het comfort van de bestuurder.
[Autom. functies die airco-instellingen gebruiken]: De stoelverwarmer, de ventilatie en de verwarming van het stuur worden automatisch geactiveerd voor het comfort van de bestuurder. Controleer de items die u wilt instellen.
[Autom. verwarmingsregeling]: De geselecteerde verwarmingstemperatuur van het stuur of de stoel wordt automatisch aangepast. Controleer de items die u wilt instellen.
[Toegang tot Gemakkelijk Zitten]: Wijzigt de stoel- en stuurinstellingen.
[Instapinstellingen stoel]: Selecteert de verplaatsingsafstand van de stoel, wanneer de bestuurder in het voertuig gaat zitten of eruit stapt. U kunt [Lang], [Normaal] of [Uit] selecteren.
[Instapinstellingen stoel (omhoog/omlaag)]: Stelt de stoel zo in dat hij verplaatst wordt wanneer de bestuurder in het voertuig gaat zitten of eruit stapt.
[Comfortinstap stuur]: De stoel wordt automatisch verplaatst wanneer de bestuurder in het voertuig gaat zitten of eruit stapt.
[Veerkracht van de stoelkussens]: Steld de zachtheid van de demping in.

Licht (Indien uitgerust)

U kunt de verlichtingsinstellingen wijzigen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Licht].

Selecteer de gewenste items.

[Omgevingslicht]: Stelt de helderheid en de kleur van het omgevingslicht in.
[Helderheid]: Past de helderheid van het omgevingslicht aan. U kunt aanpassen binnen het bereik van [Uit] tot [10].
[Kleur]: Selecteert de kleur van het omgevingslicht.
[Gedimd in het donker]: Automatisch dimmen van de sfeerverlichting wanneer het donker is.
[Koppelen met rijmodus]: De kleur van de sfeerverlichting verandert afhankelijk van de geselecteerde rijmodus.
[One-touch richtingaanw.]: Selecteert het aantal keren dat de richtingsaanwijzer knippert, wanneer de hendel van de richtingsaanwijzer een beetje verplaatst wordt. U kunt [7 x knipperen], [5 x knipperen], [3 x knipperen] of [Uit] selecteren.
[Richtingaanwijzereffect]: De leds van de richtingaanwijzer lichten in volgorde op om de draairichting aan te geven.
[Koplamp time-out]: Wanneer de motor wordt uitgeschakeld, zal het extern licht in ongeveer 15 seconden uitschakelen.
[Reismodus]: Verlaagt het bereik van de koplampen om te vermijden dat tegenliggers verblind worden in landen waar er gereden wordt in tegenovergestelde richtingen.
[HBA (High Beam Assist)]: Automatisch gedeactiveerd het groot licht om verblinding te vermijden voor de voertuigen uit de andere richting.
[Intelligent koplampsysteem]: Selecteert de snelheid van het voertuig waarbij het systeem Smart High Beams geactiveerd wordt.

Deur (Indien uitgerust)

U kunt de deurinstellingen wijzigen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Deur].

Selecteer de gewenste items.

[Automatisch vergrendelen]: Stelt in dat alle deuren automatisch vergrendeld worden. U kunt [Vanaf minimumsnelheid], [Actief bij schakelen] of [Uit] selecteren.
[Automatisch ontgrendelen]: Stelt in dat alle deuren automatisch ontgrendeld worden. U kunt [Bij verwijderen van sleutel], [Bij selectie P] of [Uit] selecteren.
[Vergrendeling bij weglopen]: Alle deuren vergrendelen wanneer de slimme sleutel zich niet langer in de nabijheid van de auto bevindt. Alle deuren moeten gesloten zijn om deze functie te kunnen gebruiken.
[Ontgrendelen bij naderen]: De deurklink/deurklinken zullen omhoog gaan en ontgrendelen wanneer de slimme sleutel dichtbij is.
[Terugkoppeling claxon]: Een audiosignaal meldt de vergrendeling van de deuren.
[Intelligente schuifdeur]: De schuifdeur opent automatisch wanneer u de auto benadert met de smart key.
[2-staps ontgrendeling]: Alle deuren worden ontgrendeld wanneer tweemaal op de ontgrendelingsknop wordt gedrukt. (Als u een keer drukt, zal enkel de deur van de bestuurder ontgrendelen)
[Remote servo-deuren & achterklep]: De deuren openen wanneer de ontgrendelknop op de smart key langer dan 3 seconden wordt ingedrukt.
[Elektrische achterklep]: De aan-/uitknop van de laadklep kan gebruikt worden om de laadklep automatisch te openen of te sluiten.
[Snelheid elektr. achterklep]: Stelt de snelheid in voor het openen en sluiten van de laadklep. U kunt [Snel] of [Normal] selecteren.
[Open.hoogte elektr. achterklep]: Stelt de hoogte in dat de koffer automatisch beweegt bij het openen. U kunt [Volledig open], [Niveau 3], [Niveau 2], [Niveau 1] of [Gebruiker gedefinieerd] selecteren.
[Handenvrije kofferdeksel]: De koffer zal automatisch worden geopend, wanneer u de slimme sleutel dicht bij de koffer brengt.
[Achterklep automatisch sluiten]: De laadklep wordt automatisch gesloten als de smart key niet meer in de buurt is.
[Afstandsbediening raam]: Bedient het raam op afstand.

Digitale sleutel (Indien uitgerust)

U kunt de digitale sleutels registreren of verwijderen of de instellingen van de digitale sleutel wijzigen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Digitale sleutel].

Selecteer de gewenste items.

[Digitale sleutel activeren]: De digitale sleutel activeren of deactiveren.
[Smartphone-sleutel]: Registreert of wist de smartphonesleutel.
[Registreren]: Registreert uw smartphonesleutel.
[Verwijderen]: Wist uw smartphonesleutel.
[Kaartsleutel]: Registreert of wist de NFC-kaartsleutel.
[Registreren]: Registreert uw kaartsleutel.
[Verwijderen]: Wist uw kaartsleutel.
[Informatie digitale sleutel]: Toont het serienummer van de authenticatie-eenheid.

Comfort (Indien uitgerust)

U kunt de instellingen voor gebruiksgemak wijzigen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Comfort].

Selecteer de gewenste items.

[Bandenmaat]: Stelt de optie voor de bandenmaat in.
[Waarschuwing inzittende achter]: Geeft een alarmsignaal als de beweging in de zetels achteraan wordt gedetecteerd na het vergrendelen van het voertuig.
[Geavanceerde Anti-diefstal]: Geeft een waarschuwing wanneer er beweging wordt gedetecteerd in het passagierscompartiment nadat het voertuig is vergrendeld.
[Welkomstfunctie spiegels/licht]: Selecteert wanneer de buitenspiegels en de deurgreep naar buiten mogen draaien en automatisch mogen inschakelen.
[Bij deurontgrendeling]: De instapfunctie wordt ingeschakeld wanneer de deuren ontgrendeld zijn.
[Bij naderen vn. bestuurder]: De instapfunctie wordt ingeschakeld wanneer de chauffeur in de buurt komt van het voertuig met de Smart Sleutel.
[Welkomstfunctie spiegels/licht]: De lichten van de buitenspiegel of de deurhendel lichten op en de buitenspiegels worden uitgevouwen als naderen met de smart key wordt gedetecteerd.
[Draadloos laadsysteem]: De draadloze oplaadpad wordt geactiveerd voor gebruik met compatibele toestellen. U kunt deze functie instellen voor [Voor] en [Achter].
[Automatische ruitenwisser (achteruit)]: De ruitenwisser op de achterruit zal automatisch beginnen vegen wanneer de ruitenwisser op de voorruit ingeschakeld is en de versnelling op achteruit staat.
[Digitale zijspiegel]: Het beeld van de achteruitrijcamera wordt weergegeven in een digitale zijspiegel.
[Helderheid]: Stelt de helderheid van de spiegels van de chauffeur en passagier in.
[Referentielijn voor veilige afstand]: Tijdens het rijden en het gebruiken van de richtingaanwijzers, zal het breedbeeld (standaard) en de indicator voor veilige afstand achteraan worden weergegeven in de digitale zijspiegels.
[Motorsoundinstellingen]: Stelt het geluid van de motor in.
[Modus en volume]: Activeert of deactiveert het motorgeluid. U kunt [Verfijnd], [Dynamisch] of [Extreem] selecteren en het geluidsniveau van de motor aanpassen.
[Toon]: Past de geluidstoon aan naar [Krachtige bass], [Sportief midden] en [Intense hoge tonen].
[Gaspedaal-respons]: Past de reactie voor geleidelijke versnelling aan. U kunt [Langzamer], [Normaal] of [Sneller] selecteren.
[Mijn motorgeluid]: Slaat de aangepaste combinaties van het volume, de toon en de reactie-instellingen van het gaspedaal op. Er kan een maximumaantal van zes worden opgeslagen.
[Help]: Toont de hulpfuncties voor de geluidsinstellingen van de motor.