Scherm

Dit menu wordt gebruikt om de verlichting aan te passen en de dimmodus in te stellen voor het gehele systeem. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Druk op [SETUP] > [Scherm].

Selecteer de gewenste items.

[Helderheid]
[Automatisch]: Stelt de helderheid van het scherm automatisch in overeenkomstig de helderheid van de omgeving. Druk op [b] om de helderheid van het dag- en het nachtscherm vooraf in te stellen.
[Handleiding]: De helderheid die door de gebruiker werd ingesteld, blijft behouden ongeacht de helderheid van de omgeving.
[Reset]: Stelt de instelling van de helderheid opnieuw in.
[Helderheid dashboard]: Stelt de helderheid van het scherm en de knoppen op het bedieningspaneel in.
[Digitale zijspiegel]: Stelt de helderheid van de digitale zijspiegels aan de kant van de chauffeur en de kant van de passagier in.
[Filter blauw licht]
[Filter blauw licht gebruiken]: Verlaging oogspanning door het beperken van emissie van blauw licht als de helderheid buiten laag is. Stelt de blauwe lichtfilter in door te drukken op [-] of [+], of door de glijbalk te verslepen.
[Automatisch]: Activeert de blauwlichtfilter automatisch naargelang de helderheid van de omgeving.
[Geplande tijd]: Activeert de blauwlichtfilter naargelang de geplande tijd zoals ingesteld door de gebruiker. U kunt de begin- en eindtijd instellen.
[Kleur instellen]: Stelt de regelinstellingen in van de display. U kunt [Helderheid], [Contrast] of [Verzadiging] aanpassen. Dit menu is enkel beschikbaar als de video getoond wordt.
[Verhouding]: Stelt de weergaveverhouding in voor de momenteel getoonde video. Dit menu is enkel beschikbaar als de video getoond wordt.
[Normaal]: Behoud bron-beeldverhouding.
[Volledig scherm]: Display volledig scherm.
[Uitgebreide achteruitrijcam]: Als u dit aanvinkt, wordt het zicht van de achteruitrijcamera weergegeven, ongeacht de versnelling. Bij het overschrijden van een vooraf bepaalde snelheid wordt deze uitgeschakeld.