Over de camera achter

• Achteruitrijcamera is een functie voor de klanten die de optie selecteren.

• De achteruitrijcamera geeft een zicht op de achterkant van het voertuig wanneer u achteruit rijdt.

• Als de versnellingspook in R staat, terwijl het contact van het voertuig is ingeschakeld, zal de achteruitrijcamera werken.

• Als u de versnellingspook van R naar een andere stand dan P zet, dan blijft de achteruitrijcamera in werking. Maar het achteruitrijscherm blijft actief tot u de toets indrukt of rijdt tegen een snelheid van 10 km/u of meer. (Alleen als de optie om blijvend van de achteruitrijcamera gebruik te maken wordt ondersteund.)

• Op het scherm van de achteruitrijcamera wordt de begeleidingslijn om te parkeren weergegeven en deze beweegt afhankelijk van de richting van het stuur.

De camera achter aanzetten

De versnellingspook in stand R zetten na het starten van het voertuig.

De achteruitrijcamera heeft een brede hoeklens om een brede weergave te geven, waardoor de afstand die op het scherm wordt weergegeven, afwijkt van de werkelijke afstand. Controleer voor uw veiligheid altijd de achter-, linker- en rechterzijde bij het achteruitrijden.

Werking DRV

Na het starten van de motor, de versnellingspook in de stand N of D zetten en op de cameraknop drukken om DRV te starten.

Omtrent PDW (Waarschuwing Parkeerafstand) (indien van toepassing)

Deze functie geeft een waarschuwing weer als er een voorwerp gedetecteerd wordt rond het voertuig.

• Druk op [] om de helderheid of het contrast in te stellen.. Het gaat naar de instelling voor de helderheids-/ contrastmodus. U kunt de helderheid of het contrast instellen.